Droogte en watertekort
Ook in ons 'natte' Nederland komt droogte voor. Dit kan zorgen voor verschillende problemen. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de waterstanden daarom het hele jaar door nauwlettend in de gaten en treffen waar nodig maatregelen.
Op 1 april begint in ons land het droogteseizoen. Rond die tijd stijgen de watertemperaturen en gaan de bomen en planten weer bloeien. De vraag naar water en daarmee de kans op watertekorten neemt dan toe. We spreken van een watertekort als er simpelweg minder water is dan dat we nodig hebben. Dit kan zorgen voor problemen voor de drinkwatervoorziening, de landbouw, industrie en de natuur.
Ook buiten het droogteseizoen (oktober tot maart) kan er sprake zijn van waterschaarste. Bijvoorbeeld als er beperkte neerslag valt in het stroomgebied van onze grote rivieren en er via de rivieren Rijn en Maas minder water ons land binnenkomt. De waterstanden in de rivieren zijn in deze periode lager dan gebruikelijk voor de tijd van het jaar. Ondanks de lage waterstanden is er in deze periode vaak nog voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwatervoorziening te voldoen. De vraag naar water vanuit de natuur en landbouw is immers minimaal omdat het groeiseizoen ten einde is. Wel kan een lage waterstand in de rivieren problemen opleveren voor onder meer de scheepvaart.