10 jaar advies van het Crisis Expert Team
Het Crisis Expert Team-milieu en drinkwater (CET-md) bestaat 10 jaar. Al tien jaar lang adviseren experts hulpverleners en overheden bij grote incidenten, om de gevolgen voor de omgeving zo klein mogelijk te houden. En met succes. Collega’s Edwin Vianen en Tony Hoogendoorn blikken terug.
Het CET-md valt onder de verantwoordelijkheid van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van IenW. Edwin Vianen is bij DCC de nieuwe coördinator voor het CET-md. Tony Hoogendoorn is zijn voorganger. Directe aanleiding voor de oprichting van het Crisis Expert Team was de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk in 2011 ging daar een heleboel mis. Het was niet goed bekend welke stoffen er lagen opgeslagen, en wat de effecten voor de omgeving zouden zijn. En ook de communicatie met omwonenden kon veel beter. Moerdijk werd daarmee een belangrijke leerschool. In 2013 kwam het rapport Eenheid in Verscheidenheid uit, opgesteld onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Daarin stelt de NCTV regels vast voor de omgang met een grote ramp.
Samenhangende crisisbeheersing
De NCTV concludeerde onder meer: Bij (bovenregionale) rampen en crises mag geen discussie ontstaan over wie de leiding heeft, wie wie informeert en hoe, wie met de bevolking communiceert en met welke boodschap. Het gaat om het gezamenlijk optreden van alle betrokken overheden dat leidt tot samenhangende crisisbeheersing. Te allen tijde moet worden voorkomen dat verschillende overheden langs elkaar heen werken of praten, tegenstrijdige of verwarrende berichten naar buiten brengen of, in het minst gunstige geval, al dan niet openlijk elkaars competentie betwisten. Eenheid van optreden is het devies.
Chemie-Pack
Op 5 januari 2011 ontstond even voor half drie in de middag brand bij het bedrijf Chemie-Pack in Moerdijk. Een medewerker probeerde met een gasbrander een bevroren pomp te ontdooien. De pomp vatte vlam en een vuurzee verspreidde zich razendsnel over het terrein, dat vol stond met chemicaliën en andere brandbare producten.
Om te voorkomen dat de brand zou overslaan naar meer opslagtanks, werd begonnen met het blussen met grote hoeveelheden water. Het bluswater met daarin grote hoeveelheden chemicaliën zorgde voor ernstige milieuvervuiling.
De Onderzoeksraad Voor Veiligheid OVV onderzocht de brand en kwam met een aantal opmerkingen. Het was niet duidelijk welke chemicaliën er lagen opgeslagen op het terrein, en de manier waarop ze waren opgeslagen was in strijd met de vergunningen. Op het gebied van communicatie concludeerde de OVV dat de verschillende betrokken overheidsorganisaties hun berichten aan het publiek niet met elkaar afstemden. Ook werd informatie gegeven waarbij niet duidelijk was wat het publiek daarmee kon.
Edwin: ‘In dit rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Eén daarvan is dat er Crisis Expert Teams worden opgericht met daarin vertegenwoordigers van instituten die elkaar aanvullen in expertises.’ De eerste is het Crisis Expert Team milieu en drinkwater CET-md, dat nu 10 jaar bestaat.
Waarin zit de kracht van dit team? Edwin: ‘Het is een actief netwerk van mensen die echt de top zijn op hun expertise-gebied. Eén iemand heeft piket, en die kan bij een crisis gebeld worden met een inhoudelijke kennis- en/of adviesvraag over milieu of drinkwater. Die zet de vraag vervolgens uit bij de experts.’
Dat zijn vaak onderzoekers die gewend zijn om heel zorgvuldig te werk te gaan en daar de tijd voor te nemen. Maar bij een ramp kan dat natuurlijk niet altijd. Edwin: 'Soms zijn een eerste advies en handelingsperspectief snel nodig. Zoals laatst in Oss, waar bij een brand in een groot bedrijf een grote rookwolk ontstond met daarin kleine scherpe stukjes van zonnepanelen. Toen is er vanuit het netwerk van CET-md geadviseerd aan de Veiligheidsregio.
Dit zijn de acht instellingen die advies leveren:
- Defensie-CEAG: Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid
- KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
- KWR: KWR Water Research Institute
- LIOGS: Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen
- RIVM-MOD: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - Milieuongevallendienst
- NVIC: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
- WFSR: Wageningen Food Safety Research
- WMCN-LCM: Watermanagementcentrum Nederland - Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging Water
Krijgt een van de instituten een adviesvraag? Dan gaat dit instituut aan de slag met de beantwoording hiervan, én zet het de vraag, indien nodig voor aanvullingen, uit bij de andere, relevante kennisinstituten. Op basis van meetgegevens, modelleringen, expertbeoordelingen en analyses (bijvoorbeeld van chemische stoffen) brengt het netwerk van CET-md de situatie in kaart. Alle kennis en adviezen van de betrokken organisaties en kennisinstituten worden gebundeld en aan de vraagsteller overhandigd. Zo kunnen direct de juiste maatregelen worden genomen om ernstige gevolgen te voorkomen.
Grote en kleine incidenten
In het begin was het de bedoeling dat het CET-md alleen werd ingeschakeld bij grote rampen. Tony: ‘Vier jaar geleden bij een herziening is dat ruimer geworden. Er mag nu ook een beroep op ons worden gedaan bij kleinere incidenten met gevolgen voor milieu of drinkwater.’ Hij heeft daar een goed voorbeeld van. ‘Tijdens de boerenprotesten werd er afval gedumpt en verbrand op de snelweg, en daar zat mogelijk ook asbest in. RWS wilde dat de weg weer snel vrij kwam. Dus die vroegen ons hoe ze daar het beste mee om konden gaan. Was natspuiten van de asbest voldoende?'
Olie bij Bonaire
Hoe lastig een kwestie kan zijn, laten Tony en Edwin zien aan de hand van een ander incident. In februari lekte er olie uit een schip voor het Caraïbische eiland Tobago. Die olie dreef in de richting van Bonaire. Daar stonden vrijwilligers klaar om de olie van de stranden op te ruimen, als die inderdaad zou aanspoelen. Tony: ‘Toen kregen wij de vraag of dat eigenlijk wel veilig was voor de vrijwilligers. Is die olie giftig? Moeten ze niet eigenlijk beschermende pakken aan? Je wilt ook weten wat de effecten zijn op het aquatisch milieu: wat voor schade richt die olie aan?’
Edwin: ‘Om hier een goed advies over te geven heb je mensen nodig die weten van gezondheidseffecten. Maar ook over stroming en het weer, om te bepalen of de olie echt aanspoelt, en hoeveel. Dan kom je uit bij het WMCN-LCM en het KNMI. Je vraagt de experts van het NIVC of de olie giftig en/of schadelijk voor de gezondheid is.’ De kracht van het CET-md zit ‘m erin dat de kennisinstituten die daarin vertegenwoordigd zijn, op al die aspecten kunnen adviseren.'
Toppers
Tony: ‘We zijn trots dat we al 10 jaar bestaan. In die tijd hebben we ons weten aan te passen aan de vraag. Ook bij kleinere incidenten weten we echt impact te maken.’ Edwin vult aan: ‘Het is gaaf om te zien dat het een actief netwerk is. De kennisinstituten die deelnemen zijn dé specialisten van Nederland, die hun toppers beschikbaar stellen. De betrokkenheid van de experts is groot. Ze stellen er een eer in om helder en praktisch advies te geven.’